Zoetwaterbel op een ondoorlatende laag
In een duinmassief bevindt zich op enige diepte een ondoorlatende laag. De afstand Ls waarover het zoute water de duinen binnendringt en de opbolling van het zoete water in het duinmassief h(x) kunnen analytisch worden berekend.
Formules
vorm van het freatisch vlak
De hoogte van de freatische grondwaterstand ten opzichte van de hydrologische basis wordt berekend met [1, p.60]:
Deze formule is geldig voor het bereik:
Buiten dit bereik geldt de wet van Ghijben-Herzberg
lengte van de zouttong
De afstand Ls waarover het zoute grondwater vanaf de zee onder het duinmassief doordringt wordt berekend met [1, p.59]:
verklaring van de symbolen
h(x) | : | de freatische stijghoogte ten opzichte van de hydrologische basis (m) |
Hs(x) | : | de diepte van de zoetwaterbel ten opzichte van zeeniveau (m) |
x | : | afstand tot het midden van het duinmassief(m) |
N | : | grondwateraanvulling (m/dag) |
k | : | doorlatendheid van de bodem (m/dag) |
L | : | breedte van het duinmassief (m) |
Ls | : | afstand waarover de zouttong de duinen binnendringt (m) |
Referenties
Bakker, T.W.M. (1981). Nederlandse kustduinen. Geohydrologie. Proefschrift Landbouwhogeschool Wageningen. Pudoc, Wageningen.