Lisse-effect

Door insluiting van lucht boven de onverzadigde zone kan het freatisch grondwater na een regenbui sterk stijgen. Dit verschijnsel staat bekend als het Lisse-effect. Het fenomeen werd ontdekt in 1923 op de proeftuin van de tuinbouwschool in Lisse.

Toelichting

Regenwater kan lucht insluiten in de bodem tussen het maaiveld en de onverzadigde zone. Hierdoor neemt de druk op de menisci af en stijgt het niveau van het freatisch grondwater. Die stijging is veel groter dan op grond van de hoeveelheid neerslag verwacht kan worden. Dit fenomeen staat bekend als het Lisse-effect.

"Op het proefterrein van de tuinbouwschool te Lisse zijn al vroeg grondwaterstandswaarnemingen verricht, die een zekere faam hebben verworven.
Observaties van K. Volkersz en Grimme, sedert 1923 in de proeftuin gedaan, tonen aan dat er een discrepantie bestaat tussen de stijging van de grondwaterstand in een peilbuis na infiltratie van neerslag, en de toevoer van water naar de onverzadigde zone.
Het blijkt dat de stijging van het freatisch vlak vaak vele malen groter is dan op grond van de ingedrongen hoeveelheid water en de bergingscoëfficient verklaard zou kunnen worden (Volkersz, 1929; Hackstroh, 1929).
Lisse-effectg-grafiek
Thal Larsen (1931) verklaart dit verschijnsel door aan te nemen dat door het ingedrongen water, lucht wordt ingesloten boven het freatisch vlak.
De druk op deze ingesloten lucht vermindert de kromming van de menisci, zodat het freatisch vlak stijgt en capillair water overgaat in de verzadigde toestand.
Proefnemingen in het laboratorium bevestigen het optreden van dit proces. Het verschijnsel zal internationaal bekend worden als het "Lisse-effect".
Engelhardt (1931) vult de beschouwing van zijn leermeester aan met een meer kwantitatieve benadering." (De Vries, 1980, p. 87)

In de internationale wetenschappelijke literatuur is veel te vinden over het "Lisse-effect". Recent publiceerde Weeks nog een nadere verklaring voor het Lisse-effect (Weeks,2002; Guo, Jiao en Weeks, 2008)

Referenties

[1] Engelhardt, J.H. (1931). Over de absolute en relatieve stijging van het phreatisch oppervlak onder bepaalde omstandigheden. Landbouwkundig Tijdschrift 43: p. 23-31.

pdf-logo [2] Hackstroh, P.A.M. (1929). Eigenaardige ervaringen, opgedaan bij het bepalen van grondwaterstanden door middel van peilbuizen. De Ingenieur 44 (30) B: p. 205-206

pdf-logo [3] Heijman, (1929). Eigenaardige ervaringen met peilbuizen met peilbuizen. De Ingenieur 44 (30) B: p. 205-206

pdf-logo[4] Guo, H., J. J. Jiao, en E. P. Weeks (2008). Rain-induced subsurface airflow and Lisse effect. Water Resources Research, 44.

[5] Thal Larsen, J.H. (1931). Over den invloed van regenval op den grondwaterstand (tekst van een voordracht uit 1930). Landbouwkundig Tijdschrift 43: p. 222-240.

[6] Volkersz, K. (1929). Merkwaardige grondwaterstandswaarnemingen in den proefschooltuin te Lisse. Weekblad Kon. Ned. Mij voor Tuinbouw en Plantkunde: p. 87-90.

[7] Vries, J.J. de (1980). Anderhalve eeuw hydrologisch onderzoek in Nederland. Rodopi, Amsterdam.

pdf-logo [8] Weeks, E.P. (2002). Technical Nota / The Lisse Effect Revisited.span> Ground Water Vol. 40 no. 6. November-December 2002. p.652-656.